‘Het grootste probleem van de journalistiek is niet een tekort aan publiek, maar het afnemende vertrouwen van dat publiek’, kopte dagblad Trouw in 2016. Twee jaar later stelde Joris Luyendijk, in de aanloop van zijn theatertoer over Haagse journalisten dat het ‘Vertrouwen in de journalistiek op historisch dieptepunt’ is. Inderdaad, kijk om je heen, iedereen lijkt de mond vol te hebben over ‘fake-news’, ‘alternatieve feiten’, en de opkomst van de zogenaamde post-fact society.
Ik vind het ronduit fascinerend dat dit soort praatjes worden opgehangen in vergevorderde informatie- en kennissamenlevingen als de onze. Nooit eerder is het belang van kennis en informatie zo groot geweest. En afgaande op de berichten van Joris en van Trouw, vertrouwt werkelijk geen hond de journalistieke informatievoorzieners.
Maar dat valt nog te bezien. Want over het antwoord op de vraag of het publieke vertrouwen in journalistiek daalt zijn de meningen nogal verdeeld, blijkens een scherpe fact-check van NRC-NEXT. Van een absoluut dieptepunt in vertrouwen is dan ook geen sprake. Maar er zijn natuurlijk wél mensen die helemaal geen vertrouwen hebben in journalisten, in de media, en in ‘zogenaamde kwaliteitskranten’.
Mijn eigen onderzoek laat zien dat mensen die de media wantrouwen, vaak ook journalisten stevig wantrouwen. Maar velen van hen willen wél gewoon de hele tijd op de hoogte gehouden worden. Sterker nog, zij vinden dat van het grootste belang! Wat mij vaak bezighoudt is de vraag wat mensen, die zo wantrouwend ten opzichte van journalistiek staan precies gaan doen. En wat doe je als je dan wel op de hoogte gehouden wilt worden? Je gaat zelf op pad! In vergevorderde informatiesamenlevingen kan je dat doen op twee manieren.
Ten eerste, omdat er toch zoveel bronnen voor handen zijn, kan je op pad gaan naar precies die bronnen die volgens jou wél te vertrouwen zijn. Dat wil zeggen, die informatiebronnen die brengen wat het best aansluit bij jouw ideeën over de wereld. Onderzoek van het PEW-research centrum laat zien dat Democraten best veel vertrouwen hebben in CNN, en Republikeinen in FoxNEWS, terwijl over en weer deze bronnen nogal worden gewantrouwd. ‘De waarheid’ waarover door het ene journalistieke medium wordt gesproken, wordt betwist door het andere medium. En elk medium heeft haar eigen publiek. Zoveel publieken. Zoveel bronnen. Zoveel polarisatie rond de waarheid.
Ten tweede gaan mensen zelf rapporteren over dingen die voor hen van belang zijn. Zelf onderzoeken wat de waarheid is en die via internet of andere kanalen publiceren. Er zijn natuurlijk kwaliteitsinitiatieven als Bellingcat, maar Marc Deuze, hoogleraar Journalistiek, wijst ook op rancuneuze, wantrouwende burgerjournalisten die vooral hun eigen waarheid de wijde wereld in slingeren. Je leeft toch in een informatiesamenleving en via internet, social media, en wat al niet meer, is het bijzonder gemakkelijk om je eigen informatie-eitje te leggen. En zo wordt het nog moeilijker om te weten wat er waar is. Zo veel bronnen. Zoveel meningen. Zoveel kanalen. Zoveel polarisatie rond de waarheid. De stelling dat het grootste probleem van de journalistiek een afnemend vertrouwen van het publiek is, moet denk ik naar het rijk der fabelen worden verwezen. Over het algemeen is dat vertrouwen er wel. Maar wantrouwenden hebben nu de middelen om hun eigen waarheden na te jagen. Hun eigen bronnen te gaan vertrouwen. En hun eigen informatiekanalen te maken. Mijn stelling is dat het grootste probleem van de journalistiek de maatschappelijke polarisatie rond journalistiek zelf is. Een maatschappelijke polarisatie die juist te verwachten valt in vergevorderde informatiesamenlevingen.
Comments